English

Software voor mensen met dementie

Mijn opa was vroeger graag bezig achter zijn computer. Hij maakte kaarten, hield een adressenbestand bij en zocht van alles op.

Door zijn dementie werd dit steeds lastiger. Hiervoor heb ik allerlei simpele oplossingen verzonnen. Ik schreef handleidingen, ging programma’s overzichtelijker indelen en heb op allerlei plekken hulp-stickers geplakt. Oplossingen die hooguit 3 maanden goed werkte.

Vic en zijn opa Piet

Daarom besloot ik zelf een simpel besturingssysteem te maken. Dit werkte goed en opa heeft er tot aan zijn overlijden plezier aan gehad. Omdat ik in deze 4 jaar veel heb geleerd en hier nog regelmatig vragen over krijg, vind ik het mooi om de belangrijkste lessen met je te delen.

1. De kracht van kleur

Mijn eerste prioriteit was het terugdringen van de oneindige mogelijkheden van een computer. Ik ging naast opa zitten en vroeg:

Wat zijn 4 dingen die jij nog graag zou willen doen achter de computer?

10 minuten later was het eerste ontwerp voor het startscherm af:

Startscherm

Opa ging het regelmatig gebruiken. Op een dag deed hij een poging om uit te leggen dat hij graag naar de radiozender "Classic FM" luisterde. Hij kwam niet op het woord "radio" of "Classic FM". Na 15 seconden nadenken zei hij:

Ik luister vaak naar dat groene blok.

Associëren met kleuren ging hem makkelijk af. Dit is logisch. Er zijn duizenden woorden en maar een paar hoofdkleuren. Woorden als "YouTube" ontdekte hij op latere leeftijd terwijl het herkennen van kleuren een van de eerste dingen is die je als kind leert.

Later kwam ik erachter dat je met kleuren meer kan dan alleen associaties leggen. Ik ging mij in kleuren verdiepen en kwam dit artikel van Innovatiekring Dementie tegen. Hierin staat hetvolgende:

Bij het ouder worden, wordt het oogwit wat geliger. Dit betekent dat we kleuren met een langere golflengte (bijv. rood) beter zien dan kleuren met een kortere golflengte (bijv. blauw). Dit wordt versterkt door dementie.

Het was mij eerder al opgevallen dat opa 70% van de tijd YouTube (het rode blok) opende. Ik dacht dat dit kwam doordat hij YouTube het leukste vond. Als experiment wisselde ik YouTube en muziek om. Opeens opende hij 70% van de tijd muziek.

Door de kleuren van blokken slim in te delen, zorgde ik ervoor dat mensen onbewust vaker de opties kozen waar zij het meeste plezier uithaalde.

2. Van lego naar duplo

In het begin was mijn doel om ervoor te zorgen dat opa weer kon wat hij eerst kon. En ik ben hier niet de enige in. De meest voorkomende vraag die ik van naasten kreeg was:

Mijn … vond het vroeger altijd leuk om … te doen achter de computer. Kan het programma dat ook?

Opa vond het vroeger leuk om in Microsoft Word bezig te zijn. Daarom maakte ik een eenvoudige Word. Hij kon hier goed mee overweg. In de statistieken zag ik echter dat hij het bijna nooit gebruikte.

Aan de telefoon vertelde opa dat hij een nieuwe hobby had: het inkleuren van kleurplaten. “Oh, leuk!”, reageerde ik. Ondertussen dacht ik vol verbazing: “Opa? Kleuren?”. In mijn hoofd was kleuren iets wat kleine kinderen doen.

De volgende keer dat ik op bezoek was vroeg hij of ik wilde kijken naar zijn kleurboek. Alles was verre van binnen de lijntjes ingekleurd. En hij was er ontzettend trots op.

Op dit moment realiseerde ik dat interesses veranderen als dementie vordert. Dit vergelijk ik met Lego en Duplo. Een peuter kan veel plezier halen uit Duplo. Na een tijdje ontwikkelt hij of zij zich, beland de Duplo steeds vaker in de kast en komt Lego tevoorschijn. Waar hij of zij eerst plezier haalde uit Duplo, haalt hij of zij nu plezier uit Lego.

Mensen met dementie ontwikkelen zich ook. Op een andere manier. Dit klinkt somber maar heb ik ervaren als iets moois. Ze halen plezier uit dingen die vanuit onze ogen klein en simpel zijn. Mijn doel veranderde van:

Ervoor zorgen dat mensen weer kunnen wat ze eerst konden.

Naar:

Ervoor zorgen dat mensen met plezier achter de computer bezig zijn.

3. Prikkels uitgeven als geld

Als iets voor opa onduidelijk was, was mijn eerste instinct om dingen toe te voegen. Doordat opa langzaam las, ontstond het idee om audio-instructies te maken. Ik was vrijwilliger bij een lokale omroep en stapte op mijn fiets naar de radiostudio om deze instructies in te spreken. Denk aan: "Klik hier om terug naar het begin te gaan" of "Klik hier om cabaret te bekijken".

Als onervaren programmeur puzzelde ik ruim 15 uur om dit te laten werken. Vol trots liet ik het aan opa zien waarop hij:

Maar, dat is toch helemaal niet handig?

Het doen van productonderzoek bij mensen met dementie is makkelijker dan bij anderen. Mensen met dementie zijn eerlijk en over denkstappen die wij binnen een seconde zetten, doen zij langer. Hierdoor is het eenvoudiger om het denkproces te volgen.

Piet achter zijn computer

Veel principes die ik van opa heb geleerd, pas ik nog steeds toe. Zo heb ik geleerd om prikkels uit te geven alsof het geld is. Audio-instructies prikkelen je hersenen enorm. Het koste veel prikkels en leverde relatief weinig op. De woorden waren ook gewoon te lezen.

Het verschil tussen productontwikkeling voor mensen met en zonder dementie is dat je budget aan prikkels voor mensen met dementie kleiner is.

4. Blinde vlekken

Ik vroeg opa om ergens te klikken. Hij drukte op de muisknop en zonder deze ook weer los te laten zij hij:

Hij doet het niet

Kijkend naar zijn verbaasde gezicht legde ik uit dat een muis pas reageerd als je hem ook weer los laat. Iets waar ik zelf nooit over nadacht. Dit vond opa niet logisch:

De muis maakte toch een klik-geluid? Dan heb ik toch geklikt?

Eerlijk is eerlijk. Hij heeft hier een punt. Later die dag is het programma veranderd waardoor het al reageerde bij het indrukken van de muisknop.

Op dit moment (2023, 7 jaar later) is het steeds meer een trend om software al te laten reageren op het moment dat je de muisknop indrukt. Met name om programma's sneller te laten voelen.

Dit is de reden waarom het ontzettend tof is om met bijzondere doelgroepen te werken. Ze laten je nadenken over dingen waar je zelf nooit bij stil zou staan.

5. Aandacht

Inmiddels kijk ik op een andere manier naar wat ik destijds heb gedaan.

Om te testen of het programma goed werkte, ging ik naast mensen met dementie zitten. Ik vroeg of ze mij wilde helpen. Iets wat eigenwaarde gaf. We spraken samen over de muziek die ze leuk vonden, naar welke cabaretiers ze graag keken en zochten foto's uit. Zo kon ik het programma instellen.

Als ik zoiets deed, zag ik mensen opleven. Het was voor mij bewijs dat het programma mensen gelukkig maakte. Iets wat energie gaf. Achteraf denk ik dat de aandacht die ik gaf tijdens het ontwikkelen belangrijker was dan de software zelf. En samen naar Toon Hermans te kijken, kan ook zonder speciale software.

Tot slot

Ondanks dat het nu op de plank ligt, heb ik er ontzettend veel uit gehaald. Het is de reden geweest dat ik op serieus niveau ging programmeren. Ook vind je de rust en eenvoud uit het programma nog steeds terug in mijn huidige ontwerpen.

Bedankt voor het lezen! Heb je vragen, feedback of ideeën die je graag wilt delen? Voel je vrij om mij te mailen op vic@vic-luijkx.nl 🙂.